Gedoe rondom de Wet Betaalbare Huur

De wet is ingevoerd met het doel om het middensegment uit te breiden en de betaalbaarheid van huurwoningen zeker te stellen voor een groot deel van de bevolking. Hoewel dit een nobel streven is, brengt het ook uitdagingen met zich mee. In de voorbereiding van de wet is er lang veel onduidelijkheid geweest, met als hamvraag: “komt ie er wel, of komt ie er niet?”. Geen goed begin dus. De onderzoeksrapporten wezen erop dat regulering leidt tot een verslechtering van de verhuurexploitatie op alle locaties, met een onhaalbare dan wel negatieve businesscase tot gevolg. En dat terwijl gemeenten prestatieafspraken hebben gemaakt voor het realiseren van voldoende middenhuurwoningen. Er wordt naar woningcorporaties gekeken alsof zij de sleutel hebben om het probleem op te lossen en beleggers zijn bezorgd over de impact op hun beleggingsportefeuille.

De angst om in te stappen

Vooral beleggers zien de nieuwe wet als een mogelijke bedreiging voor hun huidige en toekomstige investeringen. Het dwingende WWS en lagere huurprijzen grijpen in op de propositie van het beleggingsproduct. Dit heeft geleid tot een zekere angst om nieuwe projecten te starten of te investeren in bestaande woningen. Echter, deze angst is niet noodzakelijk gerechtvaardigd. Met de juiste aanpak en samenwerking kunnen er nog steeds haalbare en rendabele projecten worden gerealiseerd.

De Wet Betaalbare Huur kan juist een katalysator zijn voor meer samenwerking binnen de vastgoedsector. Deze nieuwe samenwerkingen zullen ertoe leiden dat verschillende partijen op zoek gaan naar nieuwe creatieve oplossingen.

Blijven ontwikkelen

Ontwikkelaars en beleggers zijn opzoek naar samenwerkingspartners om te blijven ontwikkelen. Woningcorporaties mogen met de ingang van de nieuwe wet naast sociale-huur ook meer niet-sociale huurwoningen ontwikkelen. Daar kan de ontwikkelaar (met belegger) de helpende hand bieden. Zij zijn ervaren in het ontwikkelen van middenhuurwoningen. Op hun beurt kunnen zij weer bouwen op de Woningcorporatie, die zowel het sociale deel als de middenhuurwoningen kan afnemen. Dit betekent dus een zekere afname voor de ontwikkelaar en een zeker woonproduct voor de corporatie en het huisvesten van verschillende doelgroepen. Het is dan van belang dat zij in een vroeg stadium de samenwerking aangaan, zodat het woonproduct voor beide partijen passend is en daarnaast direct vanaf het begin duidelijk is dat de Woningcorporatie een belangrijke stap rol heeft in de afname van zowel het sociaal- als middenhuurprogramma. De woningcorporatie benut dus het ontwikkelapparaat van een ontwikkelaar en andersom benut de ontwikkelaar/belegger een hoger afnamepercentage waardoor er een groot deel van de voor de start noodzakelijke verkoop gezekerd is.

Tevens is de woningcorporatie voor de gemeente  een betrouwbare samenwerkingspartner, omdat zij betrokken zijn en lang actief blijven in een gebied, wat tevens voordelen kan leveren voor de samenwerking tussen de gemeente en marktpartijen.

Verbinden

Bij RYSE begrijpen we de complexiteit van de vastgoedmarkt en de uitdagingen die de Wet Betaalbare Huur met zich meebrengt. We positioneren ons als de spin in het web die verschillende partijen verbindt en samenwerkingen optuigt. Onze rol is om gemeenten, woningcorporaties, ontwikkelaars en beleggers bij elkaar te brengen en hen te helpen bij het navigeren door de nieuwe regelgeving.

Wij geloven dat samenwerking de sleutel is tot succes in de huidige vastgoedmarkt. Hoe voor de hand liggend dat ook klinkt, er is  kennis van de wetgeving en de markt nodig. Het is belangrijk te weten hoe projecten te structureren om aan de behoeften van alle betrokkenen te voldoen. Door een integrale aanpak te hanteren en samenwerkingsverbanden te organiseren, zorgen we ervoor dat projecten niet alleen voldoen aan de eisen van de Wet Betaalbare Huur, maar ook financieel haalbaar en duurzaam zijn.